Waargebeurde en verrassende gesprekken van buurtredacteur Guusje Welsing, die iedere keer op een andere plek en met een ander persoon plaatsvinden. Deze keer wat fatsoenlijke kletskoek – op het pikante af – met haar buurvrouw Jeane op het balkon.
Guusje: “Hoi Jeane.”
Jeane: “Dag Guusje.”
G: “Even bijpraten?”
J: “Is goed.”
G: “Heb je nog een verse roddel?”
J: “Nee, daar doe ik niet aan.”
G: “Nou dan maar wat fatsoenlijke kletskoek.”
J: “Ga je gang.”
G: “Wie vind jij nou een aantrekkelijk persoon, man of vrouw, hier in Slotermeer?”
J: “Even nadenken. Wie zou jij noemen?”
G: “Ahmet van Serifoglu. Hij is knap, interessant, sympathiek, goedlachs…. Zo kan ik nog wel even doorgaan…”
J: “Ik vind Yakup van Coffeemania heel aardig. Hij komt zo leuk over, en als ik langs kom, steekt hij altijd vriendelijk zijn hand op.”
G: “Nou dan een vriend van mij, type angsthaas. Hij zit al 7 weken binnen. Hij loopt elke dag in zijn kleine tuin met een stappenteller 1200 stapjes. Niet te filmen!”
J: “Zeg hem dat hij dan ook maar niet meer moet autorijden.”
G: “Hoezo?”
J: “Dan kan hij nooit een ongeluk krijgen!”
G en J lachen allebei hartelijk, met hoge uithalen van J en G die met haar pretoogjes nog wat olie op het vuur gooit. Als ze dan eindelijk uitgelachen zijn:
G: “Pssst……..Zie je wat voor een stuk daar komt aanlopen? Hij lijkt een beetje op Bram Vermeulen, niet verkeerd toch?”
J: “Ja, van die lust ik er wel meer.”
G: “Door hem wil ik wel gekust worden, denk ik. Dan heeft ‘ie de warming up achter de rug, en mag jij verder gaan.”
J: “Hé, vergeet even die 1.50 meter afstand niet! De lente heeft jou wel flink te pakken, zeg. Laten we maar een eindje gaan wandelen, hou je ook een gezonde moeheid aan over.”
G: “Ja, dat is beter dan dat gekakel hier op het balkon, de buren kunnen hun Story wel wegleggen.”
J: “Maar eh… nog even in vertrouwen…. (fluistert) Waarom is zij van hierachter zo van streek? Weet jij wat er gebeurd is?”
G: “Ze heeft zich vréselijk misdragen in de tweedehandskledingwinkel van Annette. Madame komt na wekenlang verzoek om de niet verkochte spullen op te halen de winkel binnen om alles op te halen en zegt dan: ‘Ik wil nú het geld van wat er wel verkocht is!'”
J: “Oh ja, ik weet het, Annette had per ongeluk haar kleren aan het Leger des Heils gegeven. Dat zal ze niet leuk hebben gevonden…”
G: “Nee, wat denk je? Toen zij dát hoorde begon ze toch een partij te schelden: “T-wijf, k-trut! Ik doe aangifte bij de politie, ik maak er een rechtszaak van, vuile rat!”
J: “Je méént ‘t?!”
G: “Ja, ze ging he-le-maal van d’r plaat. En toen Annette haar de deur uitgooide, flikkerde ze expres nog even een vaas en een beeldje om.”
J: “Weet even niet wat ik daarvan moet vinden…”
G: “Ach, ja, zo leer je mensen kennen. Ze houdt helemaal geen rekening met de omstandigheden van kleine ondernemers, nu ze het financieel zo moeilijk hebben.”
J: “Nu je het zegt, dat is misschien nog erger dan dat gescheld. We moeten wèl onze lokale ondernemers supporten!”
G: “Laten we het zo zeggen: ze krijgt géén Corona-diploma van ons.”
J: “Is mijn mening.”