Waargebeurde en verrassende gesprekken van buurtredacteur Guusje Welsing, die iedere keer op een andere plek en met een ander persoon plaatsvinden. Deze keer een gesprek met Lara Nuberg, een Indisch meisje.
Daar komt ze aangelopen, lang, slank, stoer en met een brede lach op haar gezicht.
Guusje: Hallo Lara, wat ben je mooi op tijd.
Lara : Ik woon hier maar 10 minuten fietsen vandaan.
G: Ik heb een rustig plekje gevonden (in Coffeemania) voor ons gesprek op anderhalve meter afstand.
Wat wil je drinken? Want dat hadden we afgesproken, ik zou voor een drankje zorgen.
L: Nou, thee dan graag.
G: Had je een drukke dag?
L: Ik heb vandaag een avond voorbereid waarin ik als presentatrice enkele mensen ga interviewen.
G: Wat zou je lezers van onze website willen vertellen?
L: Er hebben al vier generaties van mijn familie in Slotermeer gewoond. In 1947 kwamen mijn oma, haar moeder en oma hier wonen. Ze waren een van de eerste bewoners van de Arondeusstraat. Mijn vader kwam uit de Jordaan en heeft tijdens de werkzaamheden in Nieuw-West mijn moeder leren kennen. Het ontstaan van Nieuw-West is ook het ontstaan van ons gezin.
G: Waarom zijn Indische mensen in Slotermeer niet meer zichtbaar? Surinamers, Marokkanen en Turken bijvoorbeeld zijn hier veel duidelijker aanwezig.
L: Daar zijn een aantal redenen voor: Indo’s zijn afwezig in het migratiedebat, ze waren al Nederlander, voelden zich Nederlander en spraken Nederlands. Toen ze na de oorlog in Nederland kwamen, moesten ze zich vooral aanpassen. Nederland zat na de Tweede Wereldoorlog zelf in de puree en daar moesten de Indische mensen zich maar naar schikken. Er was geen ruimte voor hun verhaal of identiteit.
G: Onlangs hoorde ik wel dat Indische mensen in Nieuw-West ruim vertegenwoordigd zijn.
L: Er zijn veel Toko’s in Nieuw-West. De Indische eetcultuur is hier goed aangeslagen.
Ik denk meteen aan stokjes saté met pindasaus, mmm…
G: De ouderen verdwijnen langzaam aan. Kan de jongste generatie de Indische gemeenschap in stand houden?
L: Het lijkt erop dat Indische mensen aan het uitsterven zijn. Daarom gaat de jonge generatie nu vragen stellen aan hun oma’s en opa’s, vooral vlak voor hun overlijden. Maar er kúnnen nu ook vragen gesteld worden omdat ouderen overleden zijn, vragen die eerder te moeilijk waren om te stellen.
G: Ik ken Indische mensen die Nederlands-Indië missen en het erg vinden dat ze uit het land moesten vertrekken, maar ik ken er ook die blij zijn dat ze daar nu niet wonen. Wat merk jij hiervan?
L: De veteranen (het KNIL) en andere Indische mensen bevinden zich in een tussenpositie. Het is dubbel bij hen.
G: Het lijkt me verschrikkelijk als je voor Nederland gevochten hebt in een foute oorlog!
L: Ja, binnen één persoon kan een dubbel gevoel bestaan. Daar moet je mee kunnen omgaan.
G: Hoe sta jij tegenover Indonesië?
L: Ik heb geen heimwee naar de koloniale tijd. Ik ga regelmatig naar Indonesië voor mijn werk – (Lara maakt radioprogramma’s en heeft het boek “The Journey of Belonging” geschreven) – De huidige president is goed, al moet hij wel vanwege de democratie samen regeren met mensen van de oppositie. Ik ben er heel vrij in alles wat ik doe, er is geen censuur.
G: Wat zou je tot slot nog willen zeggen?
L: Voor Indo’s is het prettig wonen in Nieuw-West omdat het zo’n gemengde wijk is. Ik woon hier graag vanwege dat multiculturele samenleven, je valt niet op en je zit niet in een aparte groep.
Ik bedank Lara voor haar interessante toelichtingen en zie tot mijn spijt dat ze zonder regenjas door een plensbui naar huis moet fietsen.
Tekst: Guusje Welsing
Een bijdrage van de Buurtredactie van Wij Zijn Plein ’40-’45